Kennisbank

Herkaderen

Herkaderen ofwel omdenken is een NLP techniek om een gevoel, ervaring, gedachten of gedrag een andere betekenis te geven ten einde meer vrijheid, mogelijkheden en innerlijke ruimte te ervaren.  Een belangrijk uitgangspunt bij deze techniek is dat iets pas betekenis krijgt in een bepaalde context of ervaring.

Of gedrag, emoties of ons denken functioneel of niet functioneel is, hangt af van de context waarin het plaatsvindt. Herkaderen, ook wel omdenken genoemd kun je vergelijken met het plaatsen van een nieuwe lijst om een schilderij. Het andere kader kan een heel ander effect veroorzaken. Dat is precies wat we beogen met herkaderen. Je verandert het referentiekader rondom een uitspraak van iemand, zodat deze een andere betekenis krijgt. Je kunt herkaderen op basis van de context, verbaal en op basis van gedrag.

1. Inhoudsherkadering is het veranderen van gedrag (inhoud) om tot dezelfde positieve intentie te komen.

Een andere betekenis aan een bepaalde bewering toekennen door je aandacht te richten op een ander deel van de inhoud en te vragen: wat zou dit nog meer kunnen betekenen? Binnen NLP gaan we ervan uit, dat de mens kan worden opgevat als een samenwerkend geheel van delen en de daarbij behorende verschillende rollen. In de ene situatie of context doen, denken en voelen we anders dan in andere. Wij kunnen communiceren met onze delen ofwel onze deelaspecten. Elk deel behandel je als een vriend. Je nodigt het liefdevol uit, net zo liefdevol als dat “jezelf” uitgenodigd wilt worden!

Daarbij gaan we uit van de volgende aannames

  • Achter ieder gedrag zit een positieve intentie.
  • Deelaspecten kunnen vrij met elkaar communiceren.
  • Delen zijn intelligent en hebben positieve bedoelingen, maar ze kunnen wel destructieve manieren gebruiken om hun positieve doel te bereiken.
  • Wanneer iemand zichzelf een bepaald doel stelt, ontstaat er een deel.
  • Een deel doet dingen en kent een gedrag om zijn positieve intentie te realiseren.
  • Een deel mag altijd blijven: de positieve intentie mag blijven bestaan.
  • Delen zoeken graag naar mogelijkheden om hun positieve bedoelingen, zonder conflicten met andere delen, te realiseren.
  • Alle delen samen, vormen een geheel.
  • Je bouwt steeds nieuwe delen op.
  • Geen enkel deel wil genegeerd of verbannen worden.
  • Ieder deel wil en mag zijn positieve intentie behouden.
  • Verwonder je over ieder deel dat je ‘in huis’ hebt.
  • Zijn er tegenstrijdige belangen, dan krijg je strijd.

2. Herkaderen van de context/omstandigheden

De context veranderen om tot dezelfde positieve intentie te komen. Bij deze vorm van herkaderen gaan we uit van de vooronderstelling, dat het meeste gedrag zinvol is in een bepaalde context. Bij het herkaderen van de context ontwerp je voor de betrokkene als het ware een nieuwe context, waarin de oorspronkelijk als négatief ervaren eigenschap juist pósitief is. De eigenschap krijgt op die manier een nieuwe betekenis. Bijvoorbeeld door te vragen: “In welke situatie zou dit een adequate of ondersteunde reactie zijn?”

Voorbeeld: Op het schoolplein mag je je mobiele telefoon gebruiken en in de klas niet. Deze vorm van herkaderen is met name te gebruiken als je uitspraken signaleert als: “Ik ben te… of ik ben niet…. genoeg.”  Vragen die je hierbij kunt stellen: “Ik welke context kan dit gedrag mij helpen, wanneer zou dit gedrag nuttig zijn?”

3. Herkaderen van de betekenis/verbaal

De betekenis veranderen om tot dezelfde positieve intentie te komen. Het is een vaardigheid om op een verbale manier de waarneming van het probleem van de persoon te veranderen door:

  • Te luisteren naar het probleem.
  • Het tegen jezelf te zeggen.
  • Het zoeken naar de positieve intentie in je eigen MOW.

Bij verbaal herkaderen, krijgen dingen of ervaringen een andere betekenis. Fabels, sprookjes en metaforen zijn hier mooie voorbeelden van: De neus van Rudolf, het rendier dat de Kerstman hielp de weg te vinden in het donker of het lelijke eendje dat een prachtige zwaan bleek te zijn.

Voorbeelden

  • Mijn moeder is gierig of mijn moeder is zuinig.
  • Mijn zoon is een vechtersbaas of mijn zoon komt voor zichzelf op.
  • Stof in huis betekent een slechte huisvrouw/man of genieten van leven!

Voorbeelden

“Ik werk dag en nacht.”                                                   “Je kunt trots zijn op dat wat je hebt bereikt.”

“Mijn zoon heeft overal commentaar op.”                 “Je weet in ieder geval dat je zoon een onafhankelijke wil heeft.”

“Ik heb me vanmorgen verslapen.”                             “Je hebt lekker uitgeslapen.”

Je kunt aan een ervaring de betekenis geven die je wenst. Files zijn bijvoorbeeld ontzettend lastig als je er zelf middenin zit, maar je zou het ook kunnen benoemen als een teken van de Nederlandse welvaart of ik heb dan de tijd om naar dat leuke radioprogramma te luisteren. Vragen die je hierbij kunt stellen: “Wat zou dit nog meer kunnen betekenen, welke waarde heeft dit in positieve zin, hoe zou ik dit gedrag anders kunnen omschrijven om bekijken?”