Modale operatoren (modal operators)
Gedachten worden vertaald in woorden. Woorden als ‘niet kunnen’ en ‘behoren’ zijn bekend als modale operatoren. Ze stellen grenzen die bepaald worden door ongeschreven regels. We onderscheiden twee soorten modale operatoren: mogelijkheid en noodzaak.
Modale operatoren van mogelijkheid: kunnen, niet kunnen, mogelijk, onmogelijk. Deze woorden begrenzen wat mogelijk is en wat niet. ‘Ik kan niet’ wordt vaak opgevat als een absolute toestand, die zich met geen mogelijkheid laat veranderen. Je kunt dan vragen als coach: ‘Wat zou er gebeuren als je het wel deed, of wat houd je tegen?’ Of: ‘Hoe houd jij jezelf tegen?’
Modale operatoren van noodzaak: je hoeft (niet), je moet (niet), je (be)hoort. Er is dan sprake van een gedragsregel, maar die wordt niet concreet gemaakt. Wat zijn de echte gevolgen van het verbreken van die regel? Je kunt dan vragen als coach: ‘Wat zou er gebeuren als je dit (niet) deed?’