Kennisbank

Rapport

De basishouding binnen NLP is het vermogen om rapport op te bouwen en om van daaruit een gesprek te beginnen. Het is het vermogen om anderen te verzekeren van je aandacht en nabijheid en in hen het geloof en vertrouwen over te brengen, dat je je eigen kennis, competentie en begrip zo volledig mogelijk zult inzetten met betrekking tot de vraag waarmee zij bij je kwamen. De ander zal daardoor in harmonie en wederzijds vertrouwen de bereidheid hebben je te volgen. Rapport wordt door de ander ervaren als het gevoel begrepen te worden zonder beoordeeld te worden.
Het opbouwen van rapport is in elke vorm van communicatie absoluut noodzakelijk, voordat je ook maar iets anders doet. Het hebben van rapport geeft je de mogelijkheid om het Model van de Wereld van de ander te herkennen, uit te drukken en binnen te treden zonder een oordeel te vellen. Het gaat over aandacht en respect krijgen en geven.

Leraren die zich op deze manier opstellen, worden vaak ervaren als heel goede leraren. Dat zijn namelijk de leraren die het model van de wereld van de leerling betreden, en op die manier het voor de leerlingen makkelijk maken om iets nieuws te leren of een vaardigheid zich eigen te maken. Zulke leraren kunnen vaak ook goed met hun leerlingen opschieten, ze hebben een goede verstandhouding. Door dit rapport kunnen ze contact en wederzijds begrip creëren.

Rapport is het door middel van afstemmen in contact met de ander treden. Wanneer je leidt, verander je je gedrag en zorg je dat de ander je volgt. Dat kan uiteraard alleen, als er eerst rapport is opgebouwd. Bijvoorbeeld: wanneer je iemand vertelt dat je een opleiding neuro linguïstisch programmeren volgt en niet afstemt op het model van de wereld van de ander, kun je ook niet leiden naar de uitleg van het onderwerp van je opleiding.

Rapport staat in de context van NLP synoniem aan: “goed contact”, “sterk op elkaar gericht zijn”, en “iets van elkaar willen aannemen”.

Een professioneel communicator kan:
•    Waarnemen welke mate van rapport hij met iemand heeft.
•    Rapport opbouwen of versterken.
•    Rapport verminderen of verbreken.
•    Kan zijn eigen gedrag en taalvaardigheid afstemmen op de ander.