Richard Bandler en John Grinder
Richard Bandler bedacht aan het begin van de jaren zeventig de term ‘Neuro-Linguïstisch Programmeren’, ontstaan uit de samenwerking met John Grinder. Zij kenden elkaar dankzij de universiteit van Californië (Santa Cruz). John Grinder was wetenschappelijk medewerker linguïstiek, Richard Brandler studeerde daar psychologie en had veel belangstelling voor psychotherapie. Hij groeide op in Californië en begon zijn studie met wiskunde en behaalde een bachelor filosofie en psychologie (1973) en zijn master in psychologie (1975) aan het Lone Mountain College in San Francisco.
Bandler en Grinder hebben samen het werk van grote therapeuten bestudeerd, om uit te vinden wat zij anders deden dan anderen. Dat noemen we tegenwoordig modelleren. Zij modelleerden Fritz Perls, de grondlegger van de Gestalttherapie (hij was overigens een paar jaar ervoor overleden en daardoor gebeurde dat onder andere op basis van filmmateriaal) Virgina Satir, ze was een befaamde gezinstherapeut bij wie Bandler ook trainingen volgde, ze kon steeds uiterst ingewikkelde gezinsproblemen oplossen die door anderen als onbehandelbaar bestempeld werden. Milton H. Erickson de wereldberoemde hypnotherapeut en psychiater, Gregory Bateson, een bekende antropoloog, Moshe Feldenkrais, fysicus en neurofysioloog en Linus Pauling, een scheikundige.
Bandler en Grinder wilden geen nieuwe therapeutische school stichten, maar gewoon gedragspatronen van begaafde therapeuten ontleden en aan anderen doorgeven. Ze hielden zich alleen bezig met geslaagde therapieën die ook konden worden onderwezen. De therapeuten die zij bestudeerden waren heel verschillend in persoonlijkheid maar hadden juist veel overeenkomsten in gedrag. Die gedragspatronen namen ze als model, om zo tot een effectievere communicatie en prettiger leven te komen. Later modelleerde Richard Bandler tijdens zijn reizen overigens ook diverse yoghi’s en sjamanen. Hij heeft tot in de jaren negentig NLP aangevuld door nieuwe methodes te blijven ontwikkelen.