Trauma – fobie oefening
Let vooral op je rapport en je taalgebruik. Maak een duidelijk onderscheid tussen daar/toen, ginds/van je af en hier/nu.
- Subject denkt aan het trauma en de coach kalibreert.
- Coach zorgt voor rapport met het subject. Zorgt voor een sterk gevoel van zekerheid en veiligheid. Verzeker het subject dat je hem niet terug laat vallen in de vervelende gevoelservaring.
Plaats op dat moment een sterk positief anker. Hier en nu gevoelens van bekwaamheid, vermogen om goed voor zichzelf te zorgen, vertrouwen in zichzelf enzovoort. Roep die gevoelens op en anker. Indien nodig: stapelanker.
- Coach vraagt aan het subject om één van de eerste keren, dat hij de fobische of traumatische ervaring doormaakte, te identificeren. Vervolgens om deze ervaring in detail te benoemen en het eerste plaatje vast te leggen.
Pas op met wat je zegt: vragen naar de eerste ervaring kan een veroordeling van zichzelf uitlokken en het onbewuste blokkeren.
- Vraag het subject om zichzelf (jongere zelf) vroeger te zien in dit eerste plaatje net voordat de stress of het overstuur raken begint.
Het is van groot belang dat de coach blijft kalibreren en niet toestaat dat het subject terugvalt en de traumatische/fobische gevoelens gaat herbeleven.
Indien dit toch gebeurt: breng het subject in de veiligheid van het hier en nu waar hij bekwaam is en zelfvertrouwen heeft en, heel belangrijk, volwassen is.
Laat het subject een gezichtspunt kiezen, dat hem toestaat zichzelf te zien zitten met de coach in het hier en nu. Laat dan het subject kijken naar een film met in de hoofdrol zijn jongere zelf, in de ervaring zoals die toen was. Vanuit de regiekamer.
Je kunt je een televisie of een beeldscherm voorstellen enzovoort, waarop het subject de film kan zien die gaat over een vroegere ervaring.
Dit is een driestaps-dissociatie. Zij is nuttig, omdat het als een extra bescherming werkt tegen het terugvallen in de fobische/traumatische ervaring.
Houd het anker vast en gebruik je stem en woorden om de driestaps-dissociatie auditief te ondersteunen.
Coach vraagt dan aan het subject het beeld te laten bewegen en er een film van te maken. Zeg tegen het subject dat hij iets belangrijks en nieuws zal gaan leren.
Terwijl het subject kijkt naar zichzelf, die kijkt naar zijn jongere zelf in de film, versterkt de coach de driestaps-dissociatie voortdurend op een verbale manier.
“Terwijl je verder gaat met naar jezelf te kijken in deze stoel, weet dan dat je veilig en comfortabel bij mij bent in het hier en nu. Samen kijken we naar jouw jongere zelf in de ervaring van toen.”
Nogmaals: als je kalibreert dat het subject terug begint te vallen in de traumatische gevoelens, versterk dan de dissociatie en het hulpanker. Werkt dat niet, breng dan het subject terug in het hier en nu. Herstel het gevoel van vertrouwen en veiligheid en begin opnieuw.
Je kunt gebruik maken van de submodaliteiten om de dissociatie te versterken, bijvoorbeeld: maak het filmscherm klein, ver weg, het beeld vaag, tot het subject de voorstelling kan verdragen.
- Als het subject de film helemaal heeft bekeken, laat dan het anker los. Vraag het subject terug te komen in het hier en nu.
Laat het subject naar het jongere zelf kijken aan het einde van de film.
Zeer belangrijk: nu stelt het subject zich voor dat hij het beeldscherm binnenstapt en zijn jongere zelf troost en verzekert dat hij de beste keuzes gemaakt heeft, die hij toen kon maken in die gegeven context. Hij is in staat om zijn jongere zelf gerust te stellen. “Ik kom uit de toekomst, je hebt dit goed doorstaan, alles is in orde.” Vertel hem dat hij het beste heeft gedaan en dat jij, zijn oudere zelf, hem waardeert en trots bent op hem.
Als het jongere zelf gerustgesteld is, vraag dan het subject het jongere zelf terug te integreren. Neem hier voldoende tijd voor.
Test: laat het subject terugdenken aan de originele trauma/fobie en vraag en kalibreer naar zijn nieuwe respons.
Nota bene. Het is mogelijk dit proces een aantal keren moet worden gedaan. Als er dan nog een fobische reactie is of als er dan nog traumatische gevoelens zijn, dan kan dat een indicatie zijn dat achter de reactie/gevoelens een positieve intentie schuilgaat. In dat geval zal een herkadering nodig zijn.